GroenLinks onderschrijft het doel om een betere balans in verantwoordelijkheden tussen zzp'ers en opdrachtgevers te realiseren. Ook steunt zij het doel om zelfstandigen aan de onderkant van de arbeidsmarkt beter te beschermen tegen uitbuiting en misbruik. De fractie betwijfelt of de gekozen oplossing juist is.
One-size-fits-nobody benadering
Het wetsvoorstel heeft onder meer als doel om uitbuiting en misbruik tegen te gaan, terwijl waarschijnlijk slechts zo'n 10% van de zzp'ers schijnzelfstandige is. Senator Ganzevoort schat in dat de werkelijk vrije zelfstandige beroepsbeoefenaren overwegend tegen het wetsvoorstel zullen zijn: "Zou het misschien kunnen zijn dat dit een te generieke maatregel is die hooguit de positie van opdrachtnemers aan de onderkant versterkt (als dat al zo is), maar ongewenste gevolgen heeft voor zeer vele anderen?"
Effecten
Kritiek op het wetsvoorstel gaat hoofdzakelijk over drie zaken: opdrachtnemers vrezen voor de enorme administratieve rompslomp, doordat ze aan één VAR voor alle verschillende opdrachtgevers niet langer genoeg hebben. Ook nemen met het voorstel de onzekerheid en het risico op naheffingen toe. De neiging zal ontstaan om vaker intermediairs in te huren, waardoor de kosten van een opdracht zullen stijgen.
Op macroniveau kan het wetsvoorstel leiden tot verschuivingen op de arbeidsmarkt als geheel. Ganzevoort betwijfelt of zondermeer kan worden verondersteld dat door dit wetsvoorstel meer arbeidscontracten zullen worden aangegaan, in plaats van het inhuren van zzp'ers. Het zou ook kunnen dat juist vaker sprake is van schijnzelfstandigheid.
Uitvoerbaarheid
Ganzevoort vreest dat de beoordeling van elke afwijking in overeenkomsten een eindeloze stroom van disputen kan veroorzaken. Het woord deregulering klinkt aantrekkelijk, maar het middel zou zomaar erger dan de kwaal kunnen zijn.
GroenLinks is niet overtuigd dat dit wetsvoorstel werkelijk verandering in de bescherming van de meer kwetsbare groepen brengt en vreest averechtse effecten.