Dit artikel is het tweede artikel van onze driedelige serie over de politieke situatie in Georgië. In het eerste artikel gaat activist Tamar Jakeli in op het protest en de urgentie van de verkiezingen op 4 oktober. In dit tweede artikel schrijft Shota hoe zowel extreemrechts als de regerende partij van Georgië gender en het gebrek aan actie van Europa als wapen gebruiken.

Queers, verraders, liberalisme en westerse oorlogsstokers – deze vier ruiters van een door een oligarch gecreëerde Apocalyps vormen nu de kern van de Georgische officiële ideologie. Elk heeft een doel: queer-paniek om morele verontwaardiging aan te wakkeren, ‘verraders’ om repressie te rechtvaardigen, en antiwesterse retoriek om democratische aspiraties te ondermijnen en Moskou de deur te openen. Ondertussen blijft Europa steken in symboliek: harde woorden, zachte daden.

Hoe een oligarch de macht consolideerde

Op 11 oktober eiste United Neutral Georgia - een door de regering aangestuurde antiwesterse groep - een referendum over EU-lidmaatschap waarbij ze Europa framet als een plek “waar kinderen van gender mogen veranderen zonder toestemming van hun ouders” en “waar kritiek op LGBTQ+-propaganda strafbaar is”[1]. Dit is geen marginale stem, maar de regering die door deze groep spreekt.

Bidzina Ivanishvili, voormalig premier en miljardair, regeert Georgië al dertien jaar informeel. Hij gebruikte United Neutral Georgia om autoritaire ideeën te testen die later door Georgian Dream werden overgenomen: het verbieden van oppositie[2], het onderzoeken van maatschappelijke organisaties[3] en het toegangsbeperking van de media tot de rechtbanken [4]. Het is slechts een kwestie van tijd voordat hij ook de constitutionele verplichting [5] om EU- en NAVO-lidmaatschap na te streven, ondermijnt.

oudpremier georgie
Voormalig premier en miljardair Bidzina Ivanishvili, Bron: AFP
PM Georgië bij CPAC
Premier Irakli Kobakhidze bij CPAC; Bron: government.ge

Queer-paniek als politiek wapen

Officieel zegt Georgian Dream van Europa te houden, maar niet van het Europa dat in deze werkelijkheid bestaat. Ivanishvili’s loyalisten sluiten zich aan bij stemmen die pleiten voor een ‘alternatief Europa’, gebouwd op soevereiniteit en morele zuiverheid.

In mei 2025 sprak premier Irakli Kobakhidze op CPAC in Boedapest waar hij tekeerging tegen wat hij noemt “liberaal fascisme”, “gender- en LGBTQ-propaganda” en de invloed van de “Deep State” [6] . Zijn woorden klonken als muziek in de oren van Hongarije 's premier Viktor Orbán en andere Europese conservatieven. Door angst rond gender en seksualiteit te mobiliseren, zet de regering culturele strijd om in politiek kapitaal.

Georgië voegt zich bij Europa’s extreemrechtse alliantie 

Georgië’s ideologische draai staat niet op zichzelf. Ze weerspiegelt een bredere illiberale alliantie van Boedapest tot Moskou. Kobakhidze’s CPAC-optreden kwam terwijl Ivanishvili thuis protesten trotseerde en beschuldigingen van collaboratie met Rusland. In plaats van hervormingen koos hij voor repressie: het herinvoeren van ‘buitenlandse agent’-wetten, het afsnijden van buitenlandse financiering, het opsluiten van critici en het criminaliseren van queerrechten.

Kort voor Rusland’s hernieuwde invasie van Oekraïne werd de Georgische extreemrechtse scene, die eerst verdeeld dacht over buitenlands beleid [7], overgenomen door Alt Info, een pro-Russische groep gebouwd op transfobie. Hun boodschappen, gekopieerd van Russische en Hongaarse campagnes, werden door de regeringspartij ingezet om antiwesterse hysterie te voeden.

Protest Day 17 Ends at Ivanishvili’s Home with ‘March For Freedom’
Protest voor het huis van Ivanishvili’s met ‘March For Freedom’ Bron: Eana Korbezashvili/Civil.ge

Brussel spreekt harde woorden, maar handelt te zacht

Vanaf 2022, en vooral voor de verkiezingen van 2024, kregen Georgiërs die worstelden met hoge prijzen en slechte infrastructuur een morele paniek voorgeschoteld, geïmporteerd uit het arsenaal van westerse ultraconservatieven. Media waren woedend over een Happy Meal-boekje met Elton John-thema en over “mannenmelk” die in Europa zogenaamd gelijkgesteld zou worden aan die van vrouwen. Dagen voor de stemming herhaalde Ivanishvili deze claims voor kiezers die meer om banen gaven dan om genderhysterie.

Velen deden dit af als verkiezingstheater. Maar de retoriek bleef en legde de basis voor Georgië’s afglijden naar autoritair bewind. Europa keek weg, zelfs toen de EU Georgië kandidaatstatus gaf na maanden van politiegeweld en aanvallen op queer-activisten. Dat gebaar overtuigde Ivanishvili dat haat en repressie geen politieke gevolgen voor hem hebben.

“ Het is niet aan de EU om de Georgische democratie te redden. Die verantwoordelijkheid ligt bij de Georgiërs zelf, en de afrekening moet in eigen land beginnen.  ”

Jarenlang keken te veel mensen weg terwijl de regering milieuorganisaties, queer-activisten, oppositiefiguren en journalisten één voor één uitschakelde, zonder te erkennen dat zij allemaal doelwitten waren van hetzelfde groeiende systeem.

Daar komt bij dat de luidste ‘anti-oligarchische’ liberale stemmen nog steeds geen plan hebben om grootkapitaal, Russisch of anderszins, onder democratische controle te brengen. Toch beschikt Europa over middelen om Georgië als functionerende democratie te behouden, samen met Armenië in de regio. Dat vraagt om het confronteren en corrigeren van fouten die men nu dreigt te herhalen.

 

Eind 2023, na maanden van politiegeweld, aanhoudende aanvallen op queer-activisten en een steeds hardere onderdrukking van onafhankelijke media en rechtbanken, verleende de Europese Raad Georgië kandidaatstatus. Die stap werd breed gezien als een beloning voor de tijdelijke intrekking van de anti-civil society-wet. Wat daarna echter volgde, was nog erger: het gebaar overtuigde Ivanishvili’s entourage ervan dat het moreel verdorven verklaren van een hele groep burgers, en het intimideren, mishandelen of opsluiten van critici, geen enkele consequentie heeft.

 A protester waves a Georgian and a European Union flags in front of riot police

De weg naar politiek druk opvoeren 

Terwijl de EU haar visumvrije regels herziet om het makkelijker te maken vrij reizen op te schorten voor landen die afglijden naar autoritarisme of EU-relaties misbruiken, lijken haar leiders nog steeds vastbesloten om te benadrukken dat ze gewone Georgiërs niet zullen treffen met brede maatregelen. Ze geven aan liever de elite te treffen door het inperken van visaprivileges voor elites [10]. Achttien maanden na de invoering van een offshorewet die gerepatrieerd vermogen omzet in binnenlandse macht, komt die terughoudendheid van de EU neer op medeplichtigheid[11] . Elke extra maand waarin Europa praat over het aanpakken van Georgië’s repressieve elite met louter visumpapierwerk, laat meer geld wegstromen naar de machinerie van politieke onderdrukking.

Europese regeringen moeten nu handelen: bevries tegoeden, sanctioneer tussenpersonen en snijd de financiële levenslijnen door die het regime in stand houden. Zich verschuilen achter de noodzaak van unanimiteit om Unie-brede sancties op te leggen, is niet langer geloofwaardig. Bereidwillige staten kunnen nog steeds sneller samen optreden en hun acties synchroniseren om dezelfde netwerken van brievenbusfirma’s, trustees en facilitators te raken die de macht van de oligarch afschermen. Het gaat er niet om elk lek in Europa te dichten, maar om een einde te maken aan de illusie bij Ivanishvili’s politieke, veiligheids- en zakenbondgenoten dat geschreeuw over “soevereiniteit” en “familiewaarden” hun geld veilig houdt en hun deuren naar het Westen open zal houden.

over de auteur:

Shota Kincha is een freelance onderzoeker uit Tbilisi, gespecialiseerd in autoritarisme, nationalisme, media, gender en queerpolitiek. Eerder werkte hij als journalist, onder meer als Václav Havel Journalism Fellow bij Radio Free Europe/Radio Liberty in Praag en als redacteur bij het regionale platform OC Media, waar hij verslag deed van politiek en het maatschappelijk middenveld in Georgië en de bredere Kaukasus. Voor zijn journalistieke carrière was Shota actief in burgerjournalistiek en queerrechtenactivisme en gaf hij parttime les aan twee universiteiten in Tbilisi.