De bevriezing van de 7,5 miljard euro aan cohesiefondsen is de allereerste keer dat de Commissie het zogenoemde conditionaliteitsmechanisme toepast. Dit mechanisme maakt het vrijgeven van EU-geld voorwaardelijk aan de naleving van de rechtsstatelijke EU-waarden. Volgens het Europees Parlement zijn de 17 aan Hongarije opgelegde maatregelen – die alleen toezien op corruptie en publieke aanbestedingen – onvoldoende. Daarom wil het Europarlement alleen het geld vrijgeven als de maatregelen niet alleen op papier, maar ook in de praktijk corruptie tegengaan en er geen sprake is van terugval. Daar is volgens het Europees Parlement nog lang niet aan voldaan. Orban houdt de EU ondertussen in gijzeling door constant te dreigen met zijn vetorecht op cruciale besluiten over sancties tegen Rusland, financiële steun aan Oekraïne en een internationale winstbelasting op multinationals.
“Een haastig besluit om subsidies toch vrij te geven zou Orbáns chantage belonen en van het conditionaliteitsmechanisme een lachertje maken. De Hongaarse rechtsstaat is kapot en de onafhankelijkheid van de rechtspraak is na 12 jaar Orbán volledig ontmanteld. Dat los je niet op met deze beperkte hervormingen, die de politieke controle over de rechtspraak ongemoeid laten. Een slappe deal met Orbán zal autocraten binnen de Europese Unie alleen maar sterker maken”, aldus Strik.
De Commissie zal haar oordeel naar verwachting op 30 november presenteren. Dan zal duidelijk worden of de fondsenbevriezing (deels) wordt opgeheven en zal zij tevens een voorstel doen voor de voorwaarden waaronder Hongarije geld krijgt uit het coronaherstelfonds. De Europese Ministers van Financiën buigen zich op 6 december over deze voorstellen.