De fase waarin iedereen positief reageert op wat het Franse voorzitterschap voorstelt, is voorbij. De strijd is in volle hevigheid losgebarsten. Het moment om te vechten voor een duurzaam verdrag is aangebroken. Tot mijn spijt merk ik echter dat de Europese Unie met dubbele tong spreekt.

Aan de ene kant is er de terechte harde Europese reactie op het schrappen van verplichtingen voor lucht- en scheepvaart. Ook accepteert de EU het op de lange baan schuiven van de herziening van de nationale klimaatplannen (INDC's) niet. Deze plannen vormen de basis van het nieuwe verdrag en bepalen hoeveel klimaatverandering we toestaan.

  • Wanneer lucht- en scheepvaart niet schoner hoeft te worden, dan kun je namelijk het nieuwe streven om onder anderhalve graad opwarming te blijven wel op je buik schrijven.
  • Wanneer je de herziening van klimaatplannen pas mogelijk maakt in 2025, wat nu wordt voorgesteld, dan verlies je tien kostbare jaren en kun je nooit meer tijdig bijstellen om onder de twee graden te blijven.

Decarbonisatie

Aan de andere kant vernemen wij vanuit bronnen binnen de indaba dat de EU zich actief verzet tegen het gebruik van het woord decarbonisatie. Dit terwijl de wetenschap glashelder is: In 2050 moet de economie op honderd procent duurzame energie draaien, willen we opwarming van de aarde onder de anderhalve graden houden.

Dit verklaart dan ook waarom de EU het goed vindt om anderhalve graad in het verdrag te noemen, maar de referentie naar twee graden niet uit de tekst wil schrappen. Echter, om dus het streven van anderhalf of twee graden te halen is het wel noodzakelijk om verplichtend over te gaan op decarbonisatie. Anders blijft het een mooi streven zonder een plan van aanpak.

Er wordt gezocht naar andere termen, zoals klimaatneutraal. Alleen, met klimaatneutraal zijn we er niet. Uitstoot wordt dan weliswaar gecompenseerd, maar je blijft uitstoten. En het geeft niet de nodige push voor innovatie. Het gaat vaak om woorden. Zo spreekt de EU nu over 'resubmitting' van de nationale klimaatplannen in 2021, terwijl 'upgrading'  veel sterkere taal is. Dat is immers wat nodig is willen we uit de buurt van drie graden opwarming blijven.

Woorden als decarbonisatie en upgrading worden echter door de EU vermeden. De verklaring? Polen. Want Polen trapt zoals gewoonlijk op de rem en de andere 27 lidstaten schikken gewillig in. Ook Nederland neemt het niet op tegen Polen. Het gevolg is een EU die spreekt met dubbele tong. Zo komt er nooit het krachtige klimaatakkoord waar iedereen op zit te wachten.

Nieuwe tekst

De tekst waarover vannacht tot 5.00u vergaderd is, wordt momenteel door het Franse voorzitterschap verder bijgewerkt. Naar verwachting zal vanavond weer een nieuwe versie klaar zijn.

De grote vraag is: welke kant gaan we op? De BASIC-landen waren gisteren de enigen die tevreden waren. Begrijpelijk, de ambities waren bescheiden, de verplichtingen beperkt: precies de richting die China en India op willen gaan. Het verzet was echter groot, ieder land met de eigen agenda in de achterzak. Neem bijvoorbeeld Maleisië die stevige taal sprak over dat “culturen niet mogen verdwijnen als gevolg van dit akkoord”. Dat het gaat om Climate Justice. Mooie woorden, maar uiteindelijk is Maleisië een olieland. Dat lijkt men nog wel eens te vergeten als je mooie woorden moet wegen. In feite stoken ze het vuur van tegenstellingen op wat een ambitieus akkoord alleen maar in de weg staat.

Klimaatbingo

Afgelopen nacht gaf Fabius iedereen de ruimte om te zeggen wat ze op het hart hadden, maar hij verzocht niet eindeloos te herhalen. Helaas gebeurt het laatste natuurlijk wel. De stokpaardjes zijn weer van stal, iedereen kruipt de loopgraven weer in om diplomatieke klimaatbingo te spelen: transparantie, verantwoordelijkheid, inclusiviteit gaan hand in hand met niet doen en niets zeggen.

Het is te hopen dat de Fransen erin slagen een nieuwe balans te vinden van een ambitieuzere tekst waarin iedereen in mee gaat. Klimaatfinanciering was altijd een belangrijk instrument hiervoor, maar er is meer nodig. Met name op het hoofdstuk adaptatie is wellicht nog winst te behalen. De ontwikkelingslanden hebben hulp nodig om zich aan te passen aan klimaatverandering: hun land moet opnieuw ingericht worden om te kunnen overleven. Stevige financiële beloftes en doelen op het punt van adaptatie vanuit de Westerse wereld zou een goede manier zijn om hun mee te laten bewegen in een hoger ambitieniveau rond het beperken van uitstoot. Wanneer je daarin slaagt en de BASIC-landen hierin meekrijgt, dan heb je kans dat landen als Saoedi-Arabië geïsoleerd raken. Die fungeren nu namelijk als het Polen van het Midden-Oosten en hebben de handrem op voortgang stevig vast.

Kortom, we zitten nog wel even vast in de hallen van Le Bourget waar 195 landen een akkoord moeten zien te bereiken voor een duurzame toekomst.