In de taal van de klimaatonderhandelaars heet het stocktaking. Het moment waarop alle deelnemende partijen (de landen) bij elkaar worden geroepen om een tussenbalans op te maken. Een week geleden begonnen de onderhandelingen, na het weekend mengen de milieuministers zich in de strijd en ondertussen vliegt de berichtgeving je al dagen om de oren. Een goed moment dus om een voorbeeld te nemen aan klimaatonderhandelaars en ook eens een inventarisatie te doen. Wat is er tot nu toe bereikt?

Gegokt en gewonnen(?)

Voor het eerst in de geschiedenis kwamen de wereldleiders op de eerste dag van de conferentie in plaats van op het einde. Organisator Frankrijk had deze beslissing genomen want:

  • alle aandacht en mooie woorden zou voor een positief momentum zorgen en
  • het voorkomt dat voorzichtig opgebouwde afspraken tijdens twee weken onderhandelen op het laatst in de war worden geschopt.

Kopenhagen heeft ons geleerd dat regeringsleiders en klimaatconferenties vergelijkbaar zijn met olifanten en porseleinkasten.

Deze gok van Frankrijk lijkt redelijk goed uitgepakt te zijn. De speeches zorgden voor een golf van media-aandacht. Regeringsleiders deden een aantal toezeggingen voor ophoging van internationale klimaatfinanciering. Nieuwe samenwerkingsinitiatieven werden gelanceerd en de stemming werd de eerste dagen omschreven als positief en hoopgevend. Ondertussen is echter wel duidelijk geworden dat de woorden van maandag slechts in beperkte mate zijn doorgedrongen tot de onderhandelingstafel.

Trudeau steelt de show

De toespraken van de wereldleiders werden een groot evenement. Er was bovenmatig veel aandacht voor de nieuwe-minister president van Canada, Justin Trudeau. Na jarenlang een grote stoorzender geweest te zijn, heeft het land een ommezwaai gemaakt. “Canada is back”. aldus Trudeau. Dat lijkt inderdaad het geval te zijn want even daarvoor zegde  hij 2,65 miljard dollar aan internationale klimaatfinanciering toe. Malcolm Turnbull, de nieuwe leider van die andere notoire sta-in-de-weg Australië, was helaas minder overtuigend. Al is het altijd nog een fikse verbetering in vergelijking met zijn voorganger Tony Abbott.

De grote winst in de toespraken van Barack Obama (VS) en Xi Jinping (China) zat in het feit dat de twee machtigste spelers in het veld niet langer de verantwoordelijkheid op elkaar afschuiven. India, een ander machtsblok, lijkt ook naar Parijs gekomen te zijn met het streven vooruitgang te boeken. Het nationale klimaatplan van Narendra Modi doet amper onder in ambitie ten opzichte van de EU. Ondanks de veelbelovende woorden en een aantal nieuwe toezeggingen bleven de regeringsleiders echter ver uit de buurt van de hete aardappelen: Hoeveel CO2 mag de wereld nog uitstoten in 2050? Waar komt de klimaatfinanciering vandaan na 2020? Een uitgebreide analyse plaatsen we eerder al.

Lang leve innovatie

De kranten hadden het voornamelijk over de miljarden die Facebook-oprichter Mark Zuckerberg gaat schenken aan de samenleving. Dit leidde de aandacht enigszins af van de bredere ontwikkeling waar de toezegging van Zuckerberg onderdeel van was: De initiatieven voor samenwerking op het gebied van onderzoek, aanpassing tegen de gevolgen van klimaatverandering en duurzame energie schoten namelijk als paddenstoelen uit de grond. Drie voorbeelden:

  • Africa Renewable Energy Initiative
    samenwerkingsverband tussen landen, bedrijven en de investeringsbank van Afrika met als doel om 10 gigawatt opwekcapaciteit aan duurzame energie op het continent te installeren in 2020 en 300 gigawatt in 2030.
  • International Solar Alliance
    122 landen die onder leiding van India een verbond aangegaan zijn om een biljard aan investeringen in zonne-energie aan te trekken.
  • Mission Innovation
    Een aantal miljardairs die samen met landen als de Verenigde Staten, China en India afspraken gemaakt hebben om de komende vijf jaar twintig miljard te investeren in onderzoek naar duurzame energie.

Dit is een goed voorbeeld van het positieve krachten die alle aandacht rondom de onderhandelingen in Parijs losmaakt. Het laat tevens zien dat het niet enkel politici en klimaatverdragen zijn die beslissen over het lot van onze planeet. Het zijn deze krachten die we in leven moeten zien te houden nadat alle COP21-stof is neergedaald.

Fossielen

Elke dag wordt er door maatschappelijke organisaties een 'prijs' uitgereikt: de fossiel van de dag. Deze gaat naar landen die zich negatief onderscheiden tijdens de klimaatonderhandelingen. Afgelopen week was het voor het eerst dat geen land maar kregen twee organisaties die dubieuze eer. IMO en ICAO, de twee VN-organisaties voor internationale lucht- en scheepvaart, vechten namelijk hard om volledig buiten het nieuwe klimaatakkoord te blijven. Dit terwijl beide sectoren tot de grootste CO2-uitstoters ter wereld behoren en geen enkele verplichting hebben om daar verandering in te brengen.

Onder de landen is Saoedi-Arabië de grootste dwarsligger tot nu toe. Zo weigert het land elke verwijzing naar het streven om de opwarming onder 1,5 graden te houden, waardoor ze het vrijwel onmogelijk maken voor de meest klimaatgevoellige eilandstaten om de teksten die op tafel liggen te ondersteunen. Tevens eisen ze financiële compensatie voor het feit dat ze straks geen olie meer kunnen verkopen.

Achter de schermen

De uitreiking van de fossielen geeft een kijkje achter de schermen, maar er gebeurt uiteraard nog veel meer. Een van de belangrijkste punten in het nieuwe verdrag moet het vastleggen van een terugkerende vijfjarige herzieningscyclus worden. Iedereen is het eens over het belang hiervan. China, India en een aantal Arabische landen weigeren echter de haakjes die nu nog om deze optie heen staan weg te halen. Ze bewaren het duidelijk als onderhandelingsinzet voor een later moment.

Vanaf het begin was het duidelijk dat klimaatfinanciering het grootste struikelblok zou worden. Deze week leidde een voorstel van de VS en de EU tot veel rechtopstaande nekharen. Ze stelde dat landen als Brazilië, Zuid-Afrika en China op vergelijkbare wijze moeten gaan bijdragen aan klimaatfinanciering als zij zelf doen. Het voorstel liep uit op scherpe uitspraken van de landen die vinden dat de Westerse wereld een duidelijke voortrekkersrol moet nemen. Volgens de laatste berichten hebben de VS en de EU de boodschap begrepen en een stapje terug gedaan.

Een nieuwe tekst

Zowel donderdag als vrijdag werden nieuwe teksten voorgesteld waar alle landen op mochten reageren. Hierdoor krijg je lange sessies met erg veel herhalende statements van landen waardoor langzaam maar zeker de geesten rijp worden gemaakt voor een definitief tekstvoorstel dat naar het ministerieel niveau kan worden getild. In klimaatonderhandelingstermen: het moment dat het ADP-spoor (Durban Platform) wordt afgerond en de tekst naar de COP (Conference of Parties) wordt gestuurd. Altijd een spannend moment omdat zo'n nieuw tekstvoorstel kan worden gezien als een coup door de voorzitter. De Denen kunnen daar over mee praten: toen premier Rasmussen in Kopenhagen zijn tekstvoorstel deed, verloren we een week met praten over waar het voorstel vandaan kwam in plaats van over de inhoud van het voorstel.

Maar deze zaterdag is het verrassend snel gegaan. De Fransen hebben een nieuwe tekst voorgesteld en bijna niemand deed moeilijk. Het ADP-spoor is daarmee sneller en makkelijker afgerond dan verwacht en het proces lijkt nu ook positief momentum te krijgen. Precies op tijd voordat de ministers maandag beginnen. De tekst (pdf) is te vinden op de website van de UNFCCC. Het 'Paris Agreement' begint nu echt vorm te krijgen, al zijn nog vele knopen door te hakken. Nu hopen dat de ministers zo min mogelijk tijd verloren laten gaan en direct tot zaken komen. Niemand die op die eindeloze openingstoespraken zit te wachten (op ICAO, IMO en Saoedi-Arabië na dan).