Of je nu voltijds of deeltijds werkt, tegen de pensioenleeftijd aanloopt, of al twintig jaar van je oude dag geniet, al onze levens worden beïnvloed door het pensioenstelsel. Al bijna 15 jaar is er nu discussie daarover en wordt gesproken over vernieuwing. Dat we op de huidige voet niet verder kunnen lijkt iedereen het over eens. Terwijl de pensioenpotten afgelopen jaren groeiden, zijn pensioenuitkeringen niet meegestegen met de inflatie of zelfs gekort. Ouderen bleven daardoor flink achter in de portemonnee. Er werd aan mensen een zekerheid beloofd die niet bleek te bestaan. Dat heeft tot een constante discussie geleid over de verdeling van pensioenpotten, met ouderen die afspraken niet nagekomen zien worden en jongeren die niet weten waar ze later aan toe zijn. Dat kan zo niet langer.
Na vijftien jaar discussie bereikten de vakbonden, werkgevers en het vorige kabinet een pensioenakkoord. Na stevig onderhandelen door PvdA en GroenLinks steunden ook deze beide partijen het pensioenakkoord. Onderdeel hiervan waren harde afspraken over een langzamere stijging van de AOW-leeftijd, de mogelijkheid voor mensen met een zwaar beroep om eerder te stoppen met werken en pensioenopbouw voor meer Nederlanders.
De Tweede Kamer behandelt momenteel het wetsvoorstel voor een nieuw pensioenstelsel, dat de wettelijke uitwerking is van een groot deel van het pensioenakkoord. Het debat daarover is al vele weken gaande. Gisteren was de eerste termijn van de Kamer, minister Carola Schouten antwoordt later.
De nieuwe wet moet ervoor zorgen dat het stelsel beter past bij de situatie dat mensen in het leven vaker dan in het verleden van baan veranderen en heeft een aantal voordelen ten opzichte van het oude stelsel. Het belangrijkste voordeel is dat pensioenfondsen minder hoge buffers aan hoeven houden, waardoor rendement sneller gebruikt kan worden om de pensioenen te verhogen. Doordat de rekenrente-systematiek in het nieuwe stelsel voor een groot deel verdwijnt, kan ook minder snel de situatie ontstaan waarbij pensioen worden verlaagd, ondanks hoge rendementen, of juist verhoogd terwijl de rendementen tegenvallen.
Vragen en zorgen
Maar we hebben ook veel vragen en zorgen. De wet is bijvoorbeeld ontzettend ingewikkeld. Daarnaast is het voor GroenLinks en PvdA essentieel dat in een nieuw pensioenstelsel meer mensen pensioen gaan opbouwen. Zo hebben we dat ook vastgelegd als voorwaarde in het pensioenakkoord. Op dit moment zijn er meer dan 1,7 miljoen werkenden die geen pensioen opbouwen. De wet schiet op dit punt tekort.
De PvdA en GroenLinks kunnen de wet alleen steunen als er verdere aanpassingen worden gedaan. Daar hebben we wetswijzigingen voor ingediend, waarvan de belangrijkste betrekking hebben op werknemers die geen pensioen opbouwen. Er moet wettelijk worden vastgelegd dat het aantal werknemers zonder pensioenregeling binnen 5 jaar gehalveerd is. Als onderdeel daarvan stellen we concreet voor dat uitzendkrachten vanaf dag één pensioen opbouwen en dat de startleeftijd voor pensioenopbouw wordt verlaagd van 21 naar 18 jaar.
Vanaf de start van de wetsbehandeling zijn PvdA en GroenLinks duidelijk geweest over waar de nieuwe pensioenwet tekort schiet. Een aantal onderdelen zijn daardoor verbeterd. Er zijn bijvoorbeeld extra voorwaarden opgenomen waardoor er minder risico wordt gelopen bij de overgang naar het nieuwe stelsel. Zo hebben mensen zekerheid dat in het verleden opgebouwde pensioenrechten hun waarde behouden in het nieuwe stelsel. Verder worden de mogelijkheden verruimd voor werknemers die zelfstandig verdergaan, maar wel bij hun pensioenfonds pensioen willen blijven opbouwen. Zo zorgen we ervoor dat het voor zelfstandigen makkelijker wordt om ook een fatsoenlijk pensioen opbouwen.
Zorgvuldige behandeling
Iedereen die werkt heeft recht op een goed pensioen. We moeten voorkomen dat een onbezorgde oude dag straks alleen is weggelegd voor wie rijk en gezond is. Een nieuw pensioenstelsel eist een zorgvuldige behandeling, want het gaat uiteindelijk om de zekerheid van een goede oude dag. Deze grote wet nemen we heel serieus. We steunen dan ook het voorstel van Pieter Omtzigt om de wet ook nog artikelsgewijs te behandelen.
Dat het oude stelsel aanpassing behoeft is voor ons wel zeker, maar alleen als daar een nieuw stelsel tegenover staat waar meer werkenden aan meedoen en het sociaal en eerlijk is, voor zowel jong als oud. Daar blijven wij ons voor inzetten en zullen we aan het eind van de wetsbehandeling de wet op beoordelen.